TAN MALAKA

MADILOG


GESCHIEDENIS MADILOG


Geschreven in Rawajati Rawajati dichtbij de schoenenfabriek Kalibata Cilitan Jakarta. Hier verbleef ik van 15 juli 1942 tot en met het midden van het jaar 1943, de toestand van de Indonesische stad en het platteland bestuderend dat ik 20 jaar had verlaten. De tijd gebruikt om Madilog te schrijven, is niet meer dan 8 maanden, van 15 juli 1942 tot en met 30 maart 1943 (gestopt 15 dagen), 720 uren, is ongeveer 3 uur per dag.

Een ander boek is het ASLIA verbond dat al voor de helft geschreven is. Maar gedwongen werd op te schorten. De eerste reden was omdat het geld op was. De tweede reden de politie, Yuansa heette hij toen, al twee keer was hij gekomen om onderzoek en huiszoeking te doen vlak bij het `stulpje` waar ik verbleef. Omdat de letters van Madilog en Het Aslia verbond buitengewoon klein waren en bewaard werden op een geheime plek, volstrekte zorgzaamheid nemend, was het beschermd tegen de ogen van de politie. De twee boeken en hun schrijver zelf ook beschermd tegen de ogen en de stok van de Japanse kempei.

Omdat de lucht van mijn verblijfsplaats nogal heet begon te worden en de hongersnood al gluurde, was ik gedwongen te stoppen met mijn werk van het schrijven van Het Asli Verbond. Ik zwierf in het gebied van Banten Banten de kost verdienend terwijl ik me ook verschool.

Uiteindelijk kon ik blijvend werk vinden in Tambang Arang, Bayah Bayah. Hier vond ik werk dat een beetje beter was dan dat van de gewone romusha (zoals bekend mensen die geen diploma en verklaring hebben!), zo dat ik functionaris voor alle romusha`s en bewoners van de stad Bayah en omgeving werd in zake voedsel, gezondheid, in- en uitreizen en ziekte of dood van duizend en een beetje romusha`s, dat met behulp van het kantoor van de dienst militaire werknemer.

Als voorzitter van de organisatie hulp en verzorging (BPP) en van de organisatie hulp militaire werknemers (BP3), werd ik uiteindelijk gekozen tot vertegenwoordiger van de provincie Banten voor het jonge generatie congres dat afgesproken was in Jakarta Jakarta, maar het kwam niet (maand juni 1945). Hier had ik een ontmoeting met jongeren zoals Sukarni, Chairul Saleh, enz. die nu deelnemen in de beweging Verenigde Strijd. Ook met andere jongeren bijvoorbeeld de journalist die toen heel bekend was in de omgeving van Bayah, niet meer en niet minder dan Bang Bejat, alias Anwar Tjokroaminoto en zijn broers. Olie is jaloers op olie, water jaloers op water, zegt het spreekwoord.

Aldus deze auteur die in die Japanse periode zich introduceerde met de naam ILJAS HUSSEIN, met een omweg tot de groep kwam die werd gezocht welke een groot aandeel begon te nemen in de beweging vrij Indonesiƫ, op 17 augsutus 1945, welke een jeugd beweging was. Het revolutionaire werk dat aan de zijde van deze jongeren nu vervolgens plaatsvindt, te weten Verenigde Strijd begint al geschiedenis te schrijven. Op herhaaldelijk verzoek van de jeugd kan Madilog nu onder hen verspreid worden die het denkelijk bereid zijn te accepteren.

De pen kruipt voort over het papier dichtbij Cililitan Cililitan, onder de vleugels van het Japans toestel dat iedere dag lomp weergalmt boven mijn huisje. Madilog is mee gevlucht om onder te duiken in Bayah Banten, de romusha`s mee gaan begeleiden naar midden Java en mee gaan schuddend met het hoofd de proclamatie van de Republiek Indonesiƫ bestuderend. En ook nog eens mee gevangen genomen in Surabaya Surabaya samen met zijn auteur, in verband met de herrie rond een valse Tan Malaka ... ... ... ... bijna was ik Madilog zelfs kwijt.

Drie jaar geleden al zag zij het levenslicht, Madilog heeft zich nu voorgesteld aan hen die bereid zijn het te accepteren. Zij die weldra hersenoefeningen kunnen drinken, met ruim hart en geduld om uiteindelijk met een sterke wil het goed te begrijpen.

TAN MALAKA

Lembah Bengawan Solo Solo, 15 Maart 1946.