Willibrordus Surendra Broto Rendra (1935-2009)
Blues voor Bonnie
Pustaka Jaya, 1971
📌 Hoe vertalen we dit?
Klik hier op voor de Indonesische tekst
De dienst
Fantastisch.
Op een hete zondagmiddag
in een kerk vol met zijn mensen
staat een jonge priester op de kansel.
Zijn gezicht is mooi en zuiver
zijn ogen zijn zoet zoals de ogen van een konijn
en hij verheft zijn beide handen
die rein en fijn als lelies zijn
vervolgens zegt hij:
"Nu gaan we uiteen.
Er is vandaag geen dienst."
De mensen vertrekken niet.
Zij blijven dicht opeengedrongen zitten.
Er zijn er ook veel die staan.
Ze zijn stroef.
Willen zich niet bewegen.
Hun ogen vorsen vragend.
Hun monden wijd open
stoppen het gebed
maar willen echt luisteren
vervolgens hijgen en stoten zij allemaal gelijktijdig met vreemd geluid uit hun mond
links en rechts stinkt het sterk
dat onmiddellijk moet worden bedwongen
"Zie dan ik ben nog jong.
Laat me waken over mijn geest.
Ga alstublieft uiteen.
Sta toe dat ik eer de heiligheid.
Ik zal weer teruggaan naar het klooster
overpeinzen de schoonheid van het goddelijke."
De mensen hijgen weer.
Gaan niet weg.
Hun gelaat is zichtbaar ellendig.
Hun ogen vragend.
Hun mond wijd open
heel behoeftig horend.
"Deze mensen vragen om een leider. God beware.
Lieve God, waarom verlaat U me op dit uur.
Als een roedel wolven die lui en hongerig zijn.
hun muilen wijd opengesperd.
De lucht is heet. En ik doe het in mijn broek.
Vader. Vader. Waarom heb je me verlaten."
De mensen blijven stil zitten.
Hun gezichten nat.
Hun haren nat.
Hun hele lichaam nat.
Zweet gutst op de vloer
vanwege de hete lucht
en van ellende zijn zij gespannen.
De bedorven geur is buitengewoon.
En ook hun vragen stinken zelfs.
"Mijn vrienden, kinderen van de Vader in de hemel.
Dit is mijn dienst.
Laat het mijn eerste dienst zijn.
Het leven is inderdaad zwaar.
Donker en zwaar. De ellende veel van aantal.
Dus in dit leven.
verstandig leven is ra-ra-ra,
ra-ra-ra, ra-ra-ra, hum-pa-pa, ra-ra-ra.
Kijk naar de wijze van tuinhagedissen
schepsel van God dat ook door hem wordt geliefd.
Plat liggend op de grond.
Omdat, zichtbaar:
Zijn ziel beklemd onder stenen.
Groen.
Beschimmeld.
Als de tuinhagedis ra-ra-ra.
Als de zwarte schorpioen hum-pa-pa."
De mensen roepen gezamenlijk:
Ra-ra-ra. Hum-pa-pa.
Ra-ra-ra. Hum-pa-pa.
Met een donderend geraas stemt de hele kerk:
Ra-ra-ra. Hum-pa-pa.
Ra-ra-ra. Hum-pa-pa.
"Aan het mannelijk volk dat van het geweer houdt
die de banier van de waarheid plaatsen aan het scherp van hun bajonet
vraag ik om aandacht
dat lu-lu-lu, la-li-lo-lu.
Lu-lu-lu, la-li-lo-lu.
Til uw neus hoog op.
Zodat jullie niet zien wie dat jullie vertrappen.
Daarom zo li-li-li, la-li-lo-lu.
Maak je handen schoon van het bloed
opdat ik niet beef
dan kunnen we thee zitten drinken
onder het praten over het lijden van het volk
of de essentie van leven en dood.
Het leven is gevuld met leed en zonde.
Het leven is een tactische list
La-la-la, li-li-li, la-li-lo-lu.
La-la-la, li-li-li, la-li-lo-lu.
Dus laten we de zon schieten
Wij richten heel precies."
Opgewonden reageren de mensen samen:
La-la-la, li-li-li, la-li-lo-lu.
Zij staan op. Stampen met de voeten op de vloer.
Dreunen chaotisch en in de maat.
Hun stem één:
La-la-la, li-li-li, la-li-lo-lu.
Opgaand in een hechte eenheid
schreeuwen zij samen
precies en harmonisch:
La-la-la, li-li-li, la-li-lo-lu.
La-la-la, li-li-li, la-li-lo-lu.
"Dus nu komen we weer tot leven.📌
Het bloed stroomt al kolkend.
In het hoofd. In de nek. In de borst.
In de buik.
En in andere delen van het lichaam.
Kijk, van het leven trillen mijn vingers.
Dat bloed bong-bong-bong.
Bloed leeft bang-bing-bong.
Het bloed leeft met bang-bing-bong-bong.
Leven is feestvieren.
Bloed mengt zich met bloed.
Bong-bong-bong. Bang-bing-bong.
Bong-bong-bong. Bang-bing-bong."
De mensen ontploffen hartstochtelijk levendig.
Zij staan op de banken van de kerk.
Stampen met hun voeten.
Klokken, orgel, deuren, vensterglas,
alles wordt beslagen en bespeeld.
In één ritme.
In eensgezinde opgewonden kreten:
Bong-bong-bong. Bang-bing-bong.
Bong-bong-bong. Bang-bing-bong.
"Liefde moeten we eren.
Liefde in het struikgewas.
Liefde in de winkel van de Arabier.
Liefde op het plein achter de kerk.
Die liefde verenigd en tra-la-la.
Tra-la-la. La-la-la. Tra-la-la.
Als het gras
moeten we goed groeien
in eenheid en liefde.
Laten we het zelf vernietigen. 📌
Laten we schuilen onder het grasdak.
Als ons kompas:
Tra-la-la. La-la-la. Tra-la-la."
De volle kerk dondert.
Zij beginnen te dansen. Volgen één ritme.
Zij jutten elkaars lichamen op.
Man met vrouw, Man met man.
Vrouw met vrouw.
Elkaar opstokend
En er zijn er ook die hun lichaam opwrijven tegen de stenen muur van de kerk.
En met een vreemd huiveringwekkend geluid
gillen zij opeens met z'n allen:
Tra-la-la. Tra-la-la. La-la-la. Tra-la-la.
"Vrede zij met de profeet Mozes de heilige
God zei al:
Gij zult niet stelen.
De kleine ambtenaar moet geen carbonpapier stelen.
De baboes moeten geen kippenbotten stelen.
De chef's moeten geen benzine stelen.
En meisje steel geen eigen versiering.
Zeker, wat steelt en dat steelt is verschillend. 📌
Het betekent: Tsja-Tsja-Tsja, tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja, tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja.
Allemaal stuks van God.
Dat we samen moeten verdelen.
Alles is voor iedereen.
Allen voor allen.
We moeten één zijn. Ons voor ons.
tsja-tsja-tsja, tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja, tsja-tsja-tsja.
Dit is de richting."
Zoals het dier in de mens juicht:
Grr-grr-grr hoera.
tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja.
Slopen zij de vensterluiken.
Nemen zij alles uit de kerk.
tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja.
Kandelaars. Gordijnen. Eretekens. Het zilver. En beelden versierd met edelstenen
tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja ,
zo beloven zij.
tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja,
wordt herhaaldelijk uitgeroepen.
tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja.
De hele kerk valt uit elkaar.
tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja.
Beesten die vochtig verdorren en snel 📌
hun ademhaling
rennen overal heen.
tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja.
Dan is plots gesnerp gegil van een oude vrouw te horen:
Ik heb honger. Hongeeeer."
Plotseling voelen ze zich ook allemaal hongerig.
Hun ogen schitteren.
En zij blijven roepen tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja.
"Omdat de honger is begonnen
laten we uiteengaan.
Kom, ga uiteen. Iedereen hou op."
tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja. zeggen ze
en hun ogen schitteren.
tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja.
"We gaan uiteen.
De ceremonie en dienst is voorbij."
tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja. Zeggen ze.
Ze houden niet op. tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja.
Ze dringen op. tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja.
De kerk vernield. En hun ogen schitteren.
tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja.
"God beware. Herinner het lijden van Christus.
Wij allen zijn zijn heerlijke kinderen.
De honger moet opgelost worden met beleid."
tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja.
Het lukt ze de kansel over te nemen.
tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja.
Zij sleuren de priester van de kansel.
tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja.
Zij verscheuren zijn gewaad.
tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja.
Een dikke vrouw zoent zijn mooie mond.
tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja.
Een oude vrouw likt zijn schone borst.
tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja.
En meisjes trekken aan zijn beide voeten.
tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja.
Zo verkrachten de vrouwen hem
in grote getale.
tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja.
Dan wordt zijn lichaam aan stukken gehakt. tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja.
Allen eten zijn vlees. tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja.
Met een sterke eenheid vieren zij feest. tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja.
Zij drinken zijn bloed. tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja.
Zij zuigen het merg uit zijn rug. tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja.
Hij wordt helemaal opgegeten.
Er blijft niets meer over.
Fantastisch.
Blues voor Bonnie
Pustaka Jaya, 1971📌 Hoe vertalen we dit? Klik hier op voor de Indonesische tekst
De dienst
Fantastisch.
Op een hete zondagmiddag
in een kerk vol met zijn mensen
staat een jonge priester op de kansel.
Zijn gezicht is mooi en zuiver
zijn ogen zijn zoet zoals de ogen van een konijn
en hij verheft zijn beide handen
die rein en fijn als lelies zijn
vervolgens zegt hij:
"Nu gaan we uiteen.
Er is vandaag geen dienst."
De mensen vertrekken niet.
Zij blijven dicht opeengedrongen zitten.
Er zijn er ook veel die staan.
Ze zijn stroef. Willen zich niet bewegen.
Hun ogen vorsen vragend.
Hun monden wijd open
stoppen het gebed
maar willen echt luisteren
vervolgens hijgen en stoten zij allemaal gelijktijdig met vreemd geluid uit hun mond
links en rechts stinkt het sterk
dat onmiddellijk moet worden bedwongen
"Zie dan ik ben nog jong.
Laat me waken over mijn geest.
Ga alstublieft uiteen.
Sta toe dat ik eer de heiligheid.
Ik zal weer teruggaan naar het klooster
overpeinzen de schoonheid van het goddelijke."
De mensen hijgen weer.
Gaan niet weg.
Hun gelaat is zichtbaar ellendig.
Hun ogen vragend.
Hun mond wijd open
heel behoeftig horend.
"Deze mensen vragen om een leider. God beware.
Lieve God, waarom verlaat U me op dit uur.
Als een roedel wolven die lui en hongerig zijn.
hun muilen wijd opengesperd.
De lucht is heet. En ik doe het in mijn broek.
Vader. Vader. Waarom heb je me verlaten."
De mensen blijven stil zitten.
Hun gezichten nat.
Hun haren nat.
Hun hele lichaam nat.
Zweet gutst op de vloer
vanwege de hete lucht
en van ellende zijn zij gespannen.
De bedorven geur is buitengewoon.
En ook hun vragen stinken zelfs.
"Mijn vrienden, kinderen van de Vader in de hemel.
Dit is mijn dienst.
Laat het mijn eerste dienst zijn.
Het leven is inderdaad zwaar.
Donker en zwaar. De ellende veel van aantal.
Dus in dit leven.
verstandig leven is ra-ra-ra,
ra-ra-ra, ra-ra-ra, hum-pa-pa, ra-ra-ra.
Kijk naar de wijze van tuinhagedissen
schepsel van God dat ook door hem wordt geliefd.
Plat liggend op de grond.
Omdat, zichtbaar:
Zijn ziel beklemd onder stenen.
Groen.
Beschimmeld.
Als de tuinhagedis ra-ra-ra.
Als de zwarte schorpioen hum-pa-pa."
De mensen roepen gezamenlijk:
Ra-ra-ra. Hum-pa-pa.
Ra-ra-ra. Hum-pa-pa.
Met een donderend geraas stemt de hele kerk:
Ra-ra-ra. Hum-pa-pa.
Ra-ra-ra. Hum-pa-pa.
"Aan het mannelijk volk dat van het geweer houdt
die de banier van de waarheid plaatsen aan het scherp van hun bajonet
vraag ik om aandacht
dat lu-lu-lu, la-li-lo-lu.
Lu-lu-lu, la-li-lo-lu.
Til uw neus hoog op.
Zodat jullie niet zien wie dat jullie vertrappen.
Daarom zo li-li-li, la-li-lo-lu.
Maak je handen schoon van het bloed
opdat ik niet beef
dan kunnen we thee zitten drinken
onder het praten over het lijden van het volk
of de essentie van leven en dood.
Het leven is gevuld met leed en zonde.
Het leven is een tactische list
La-la-la, li-li-li, la-li-lo-lu.
La-la-la, li-li-li, la-li-lo-lu.
Dus laten we de zon schieten
Wij richten heel precies."
Opgewonden reageren de mensen samen:
La-la-la, li-li-li, la-li-lo-lu.
Zij staan op. Stampen met de voeten op de vloer.
Dreunen chaotisch en in de maat.
Hun stem één:
La-la-la, li-li-li, la-li-lo-lu.
Opgaand in een hechte eenheid
schreeuwen zij samen
precies en harmonisch:
La-la-la, li-li-li, la-li-lo-lu.
La-la-la, li-li-li, la-li-lo-lu.
"Dus nu komen we weer tot leven.📌
Het bloed stroomt al kolkend.
In het hoofd. In de nek. In de borst.
In de buik.
En in andere delen van het lichaam.
Kijk, van het leven trillen mijn vingers.
Dat bloed bong-bong-bong.
Bloed leeft bang-bing-bong.
Het bloed leeft met bang-bing-bong-bong.
Leven is feestvieren.
Bloed mengt zich met bloed.
Bong-bong-bong. Bang-bing-bong.
Bong-bong-bong. Bang-bing-bong."
De mensen ontploffen hartstochtelijk levendig.
Zij staan op de banken van de kerk.
Stampen met hun voeten.
Klokken, orgel, deuren, vensterglas,
alles wordt beslagen en bespeeld.
In één ritme.
In eensgezinde opgewonden kreten:
Bong-bong-bong. Bang-bing-bong.
Bong-bong-bong. Bang-bing-bong.
"Liefde moeten we eren.
Liefde in het struikgewas.
Liefde in de winkel van de Arabier.
Liefde op het plein achter de kerk.
Die liefde verenigd en tra-la-la.
Tra-la-la. La-la-la. Tra-la-la.
Als het gras
moeten we goed groeien
in eenheid en liefde.
Laten we het zelf vernietigen. 📌
Laten we schuilen onder het grasdak.
Als ons kompas:
Tra-la-la. La-la-la. Tra-la-la."
De volle kerk dondert.
Zij beginnen te dansen. Volgen één ritme.
Zij jutten elkaars lichamen op.
Man met vrouw, Man met man.
Vrouw met vrouw.
Elkaar opstokend
En er zijn er ook die hun lichaam opwrijven tegen de stenen muur van de kerk.
En met een vreemd huiveringwekkend geluid
gillen zij opeens met z'n allen:
Tra-la-la. Tra-la-la. La-la-la. Tra-la-la.
"Vrede zij met de profeet Mozes de heilige
God zei al:
Gij zult niet stelen.
De kleine ambtenaar moet geen carbonpapier stelen.
De baboes moeten geen kippenbotten stelen.
De chef's moeten geen benzine stelen.
En meisje steel geen eigen versiering.
Zeker, wat steelt en dat steelt is verschillend. 📌
Het betekent: Tsja-Tsja-Tsja, tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja, tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja.
Allemaal stuks van God.
Dat we samen moeten verdelen.
Alles is voor iedereen.
Allen voor allen.
We moeten één zijn. Ons voor ons.
tsja-tsja-tsja, tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja, tsja-tsja-tsja.
Dit is de richting."
Zoals het dier in de mens juicht:
Grr-grr-grr hoera.
tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja.
Slopen zij de vensterluiken.
Nemen zij alles uit de kerk.
tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja.
Kandelaars. Gordijnen. Eretekens. Het zilver. En beelden versierd met edelstenen
tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja ,
zo beloven zij.
tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja,
wordt herhaaldelijk uitgeroepen.
tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja.
De hele kerk valt uit elkaar.
tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja.
Beesten die vochtig verdorren en snel 📌
hun ademhaling
rennen overal heen.
tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja.
Dan is plots gesnerp gegil van een oude vrouw te horen:
Ik heb honger. Hongeeeer."
Plotseling voelen ze zich ook allemaal hongerig.
Hun ogen schitteren.
En zij blijven roepen tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja.
"Omdat de honger is begonnen
laten we uiteengaan.
Kom, ga uiteen. Iedereen hou op."
tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja. zeggen ze
en hun ogen schitteren.
tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja.
"We gaan uiteen.
De ceremonie en dienst is voorbij."
tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja. Zeggen ze.
Ze houden niet op. tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja.
Ze dringen op. tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja.
De kerk vernield. En hun ogen schitteren.
tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja.
"God beware. Herinner het lijden van Christus.
Wij allen zijn zijn heerlijke kinderen.
De honger moet opgelost worden met beleid."
tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja.
Het lukt ze de kansel over te nemen.
tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja.
Zij sleuren de priester van de kansel.
tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja.
Zij verscheuren zijn gewaad.
tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja.
Een dikke vrouw zoent zijn mooie mond.
tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja.
Een oude vrouw likt zijn schone borst.
tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja.
En meisjes trekken aan zijn beide voeten.
tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja.
Zo verkrachten de vrouwen hem
in grote getale.
tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja.
Dan wordt zijn lichaam aan stukken gehakt. tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja.
Allen eten zijn vlees. tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja.
Met een sterke eenheid vieren zij feest. tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja.
Zij drinken zijn bloed. tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja.
Zij zuigen het merg uit zijn rug. tsja-tsja-tsja. tsja-tsja-tsja.
Hij wordt helemaal opgegeten.
Er blijft niets meer over.
Fantastisch.
W.S. Rendra
Blues untuk Bonnie
Pustaka Jaya, 1971
klik voor de vertaling
Khotbah
Fantastis.
Di satu Minggu siang yang panas
digeredja yang penuh orangnya
seorang padri muda berdiri di mimbar.
Wajanhnya molek dan suci
matanya manis seaperti mata kelinci
dan ia mengangkat kedua tangannya
yang bersih halus bagai leli
lalu berkata:
"Sekarang kita bubaran.
Hari ini khotbah tak ada."
Orang-orang tidak beranjak.
Mereka tetap duduk rapat berdesak.
Ada juga banyak yang berdiri.
Mereka kaku. Tak mau bergerak.
Mata mereka menatap bertanya-tanya.
Mulut mereka menganga
berhenti berdoa
tapi ingin benar mendengar.
Kemudian dengan serentak mereka mengesah
dan berbaring dengan suara aneh dari mulut mereka
terseberlah bau keras
yang perlu dicengah dengan segera.
"Lihatlah aku masih muda.
Biarkan aku menjaga sukmaku.
Silakan bubar.
Izinkan aku memuliakan kesucian.
Aku akan kembali ke biara
merenungkan keindahan Ilahi."
Orang-orang kembali mengesah.
Tidak beranjak.
Wajah mereka nampak sengsara.
Mata mereka bertanya-tanya.
Mulut mereka menganga
sangat butuh mendengar.
"Orang-orang ini minta pedoman. Astaga.
Tuhanku, kenapa di saat ini kau tinggalkan daku.
Sebagai sekelompok serigala yang malas dan lapar
mereka mengangakan mulut mereka.
Udara panas. Dan aku terkencing di celana.
Bapak. Bapak. Kenapa kau tinggalkan daku."
Orang-orang tetap tidak beranjak.
Wajah mereka basah.
Rambut mereka basah.
Seluruh tubuh mereka basah.
Keringat berkucuran di lantai
kerna udara yang panas
dan kesengsaraan mereka yang tegang.
Baunya busuk luar biasa.
Dan pertanyaan-pertanyaan mereka pun berbau busuk juga.
"Saudara-saudaraku, para anak Bapak di sorga.
Inilah khotbahku.
Yalah khotbahku yang pertama.
Hidup memang berat.
Gelap dan berat. Kesengsaraan banyak jumlahnya.
Maka dalam hidup ini
kebijaksanaan hidup adalah ra-ra-ra,
ra-ra-ra, ra-ra-ra, hum-pa-pa, ra-ra-ra.
Tengoklah kebijaksanaan kadal
makhluk Tuhan yang juga dicintai-Nya.
Meniaraplah ke bumi.
Kerna, lihatlah:
Sukmamu terjepit di antara batu-batu.
Hijau.
Lumutan.
Sebagai kadal ra-ra-ra.
Sebagai ketonggeng hum-pa-pa."
Orang-orang serentak bersuara:
Ra-ra-ra. Hum-pa-pa.
Ra-ra-ra. Hum-pa-pa.
Dengan gemuruh seluruh gereja bersuara:
Ra-ra-ra. Hum-pa-pa.
Ra-ra-ra. Hum-pa-pa.
"Kepada kaum lelaki yang suka senapan
yang memasang panji-panji kebenaran di mata bayonetnya
aku minta dicamkan
bahwa lu-lu-lu, la-li-lo-lu.
Lu-lu-lu, la-li-lo-lu.
Angkatlah hidungmu tinggi-tinggi.
Agar tak kau lihat siapa yang kau pijak.
Kerna begitulah li-li-li, la-li-lo-lu.
Bersihkan darah dari tanganmu
agar aku titak gemetar
lalu kita bisa duduk minum teh
sambil ngomong tentang derita masyarakat
atau hakikat hidup dan mati.
Hidup penuh sengsara dan dosa.
Hidup adalah tipuh muslihat.
La-la-la, li-li-li, la-li-lo-lu.
La-la-la, li-li-li, la-li-lo-lu.
Jadi marilah kita tembak matahari
Kita bidik setepat-tepatnya."
Dengan gembira orang-orang menyambut bersama:
La-la-la, li-li-li, la-li-lo-lu.
Mereka berdiri. Mengghentakkan kaki ke lantai.
Berderap serantak dan seirama.
Suara mereka bersatu:
La-la-la, li-li-li, la-li-lo-lu.
Hanyut dalam persatuan yang kuat
mereka berteriak bersama
persis dan seirama:
La-la-la, li-li-li, la-li-lo-lu.
La-la-la, li-li-li, la-li-lo-lu.
"Maka kini kita telah hidup kembali.
Darah telah mengalir dengan derasnya.
Di kepala. Di leher. Di dada.
Di perut. Dan di bagian tubuh lainnya.
Lihatlah, oleh hidup jari-jariku gemetar.
Darah itu bong-bong-bong.
Darah hidup bang-bing-bong.
Darah hidup bersama bang-bing-bong-bong.
Hidup harus beramai-ramai.
Darah bergaul dengan darah.
Bong-bong-bong. Bang-bing-bong.
Bong-bong-bong. Bang-bing-bong."
Orang-orang meledakkan gairah hidupnya.
Mereka berdiri di atas bangku-bangku gereja.
Berderap-derap dengan kaki mereka.
Genta-genta, orgel, daun-daun pintu, kaca-kaca jendela,
semua dipalu dan dibunyikan.
Dalam satu irama.
Diiring sorak gembira:
Bong-bong-bong. Bang-bing-bong.
Bong-bong-bong. Bang-bing-bong.
"Cinta harus kita muliakan.
Cinta di belukar.
Cinta di toko Arab
Cinta di belakang halaman gereja.
Cinta itu persatuan dan tra-la-la
Tra-la-la. La-la-la. Tra-la-la.
Sebagai rumputan
kita harus berkembang biak
dalam persatuan dan cinta.
Marilah kita melumatkan diri.
Marilah kita bernaung di bawah rumputan.
Sebagaima pedoman kita:
Tra-la-la. La-la-la. Tra-la-la."
Seluruh isi geraja gemuruh.
Mereka mulai menari. Mengikuti satu irama.
Mereka saling menggosok-gosokkan tubuh mereka.
Lelaki dengan wanita, Lelaki dengan lelaki.
Wanita dengan wanita. Saling menggosok-gosokan
tubuhnya.
Dan ada juga yang menggosok-gosokkan tubuhnya ke tembok-tembok gereja.
Dan dengan suara menggigil yang ganjil
mereka melengking dengan serampak:
Tra-la-la. Tra-la-la. La-la-la. Tra-la-la.
"Melawati Nabi Musa yang keramat
Tuhan telah berkata:
Jangan engkau mencuri.
Pegawai kecil jangan mencuri kertas karbon.
Babu-babu jangan mencuri tulang-tulang ayam goreng.
Para pembesar jangan mencuri bensin.
Dan gadis jangan mencuri perawannya sendiri.
Tentu, bahwa mencuri dan mencuri ada bedanya.
Aritnya: Ca-ca-ca, ca-ca-ca. Ca-ca-ca, ca-ca-ca. Ca-ca-ca.
Semua barang dari Tuhan.
Harus dibagi bersama.
Semua milik semua.
Semua untuk semua.
Kita harus bersatu. Kita untuk kita.
Ca-ca-ca, ca-ca-ca. Ca-ca-ca, ca-ca-ca.
Inilah pedomannya."
Sebagai binatang orang-orang bersorak:
Grr-grr-grr hura.
Ca-ca-ca. Ca-ca-ca. Ca-ca-ca. Ca-ca-ca.
Mereka mencopoti daun-daun jendala.
Mereka ambil semua isi gereja.
Ca-ca-ca. Ca-ca-ca. Ca-ca-ca.
Kandelabra-kandelabra. Tirai-titai. Permadani-permadani.
Barang-barang perak. Dan patung-patung berhiaskan
permata.
Ca-Ca-ca. Ca-ca-ca. Ca-ca-ca. Ca-ca-ca,
begitu janji mereka.
Ca-ca-ca. Ca-ca-ca,
berulang-ulang diserukan.
Ca-ca-ca. Ca-ca-ca.
Seluruh geredja rontok.
Ca-ca-ca. ca-ca-ca.
Binatang-binatang yang basah berkeringat dan deras 📌
napasnya
berlarian kian kemari.
Ca-ca-ca. Ca-ca-ca. Ca-ca-ca.
Lalu tiba-tiba-tiba terdengar lengking jerit perempuan tua:
Aku lapar. Lapaaaar."
Tiba-tiba semua juga merasa lapar.
Mata mereka menyala.
Dan mereka tetap bersuara ca-ca-ca. Ca-ca-ca. Ca-ca-ca. Ca-ca-ca.
Ca-ca-ca. Ca-ca-ca.
"Sebab sudah mulai lapar
marilah kita bubaran.
Ayo, bubar. Semua berhenti."
Ca-ca-ca, Ca-ca-ca, ca-ca-ca, ca-ca-ca, kata mereka
dan mata mereka menyala.
Ca-ca-ca. Ca-ca-ca. Ca-ca-ca. Ca-ca-ca.
"Kita bubar.
Upacara dan khotbah telah selasai."
Ca-ca-ca. Ca-ca-ca. Kata mereka.
Mereka tidak berhenti. Ca-ca-ca. Ca-ca-ca.
Mereka mendesak maju. Ca-ca-ca. Ca-ca-ca. Ca-ca-ca. Ca-ca-ca.
Gereja rusak. Dan mata mereka menyala.
Ca-ca-ca. Ca-ca-ca. Ca-ca-ca. Ca-ca-ca.
"Astaga. Ingatlah penderitaan Kristus.
Kita semua putra-putranya yang mulia.
Lapar harus diatasi dengan kebijaksanaan."
Ca-ca-ca. Ca-ca-ca. Ca-ca-ca. Ca-ca-ca.
Mereka maju menggasak mimbar.
Ca-ca-ca. Ca-ca-ca.
Mereka seret padri itu dari mimbar.
Ca-ca-ca. Ca-ca-ca.
Mereka robek-robek jubahnya.
Ca-ca-ca. Ca-ca-ca.
Seorang perempuan gemuk mencium mulutnya yang bagus.
Ca-ca-ca. Ca-ca-ca.
Seorang perempuan tua menjilati dadannya yang bersih.
Ca-ca-ca. Ca-ca-ca.
Dan gadis-gadis menarik kedua kakinya.
Ca-ca-ca. Ca-ca-ca.
Begitulah perempuan-perempuan itu memperkosanya
beramai-ramai.
Ca-ca-ca. Ca-ca-ca. Ca-ca-ca. Ca-ca-ca.
Lalu tubuhnya dicincang. Ca-ca-ca. Ca-ca-ca.
Semua orang makan dagingnya. Ca-ca-ca. Ca-ca-ca.
Dengan persatuan yang kuat mereka berpesta. Ca-ca-ca. Ca-ca-ca.
Mereka minum darahnya. Ca-ca-ca. Ca-ca-ca.
Mereka hisap sungsum tulangnya. Ca-ca-ca. Ca-ca-ca.
Sempurna habis ia dimakan.
Tak ada lagi yang sisa.
Fantastis.
Blues untuk Bonnie
Pustaka Jaya, 1971klik voor de vertaling
Khotbah
Fantastis.
Di satu Minggu siang yang panas
digeredja yang penuh orangnya
seorang padri muda berdiri di mimbar.
Wajanhnya molek dan suci
matanya manis seaperti mata kelinci
dan ia mengangkat kedua tangannya
yang bersih halus bagai leli
lalu berkata:
"Sekarang kita bubaran.
Hari ini khotbah tak ada."
Orang-orang tidak beranjak.
Mereka tetap duduk rapat berdesak.
Ada juga banyak yang berdiri.
Mereka kaku. Tak mau bergerak.
Mata mereka menatap bertanya-tanya.
Mulut mereka menganga
berhenti berdoa
tapi ingin benar mendengar.
Kemudian dengan serentak mereka mengesah
dan berbaring dengan suara aneh dari mulut mereka
terseberlah bau keras
yang perlu dicengah dengan segera.
"Lihatlah aku masih muda.
Biarkan aku menjaga sukmaku.
Silakan bubar.
Izinkan aku memuliakan kesucian.
Aku akan kembali ke biara
merenungkan keindahan Ilahi."
Orang-orang kembali mengesah.
Tidak beranjak.
Wajah mereka nampak sengsara.
Mata mereka bertanya-tanya.
Mulut mereka menganga
sangat butuh mendengar.
"Orang-orang ini minta pedoman. Astaga.
Tuhanku, kenapa di saat ini kau tinggalkan daku.
Sebagai sekelompok serigala yang malas dan lapar
mereka mengangakan mulut mereka.
Udara panas. Dan aku terkencing di celana.
Bapak. Bapak. Kenapa kau tinggalkan daku."
Orang-orang tetap tidak beranjak.
Wajah mereka basah.
Rambut mereka basah.
Seluruh tubuh mereka basah.
Keringat berkucuran di lantai
kerna udara yang panas
dan kesengsaraan mereka yang tegang.
Baunya busuk luar biasa.
Dan pertanyaan-pertanyaan mereka pun berbau busuk juga.
"Saudara-saudaraku, para anak Bapak di sorga.
Inilah khotbahku.
Yalah khotbahku yang pertama.
Hidup memang berat.
Gelap dan berat. Kesengsaraan banyak jumlahnya.
Maka dalam hidup ini
kebijaksanaan hidup adalah ra-ra-ra,
ra-ra-ra, ra-ra-ra, hum-pa-pa, ra-ra-ra.
Tengoklah kebijaksanaan kadal
makhluk Tuhan yang juga dicintai-Nya.
Meniaraplah ke bumi.
Kerna, lihatlah:
Sukmamu terjepit di antara batu-batu.
Hijau.
Lumutan.
Sebagai kadal ra-ra-ra.
Sebagai ketonggeng hum-pa-pa."
Orang-orang serentak bersuara:
Ra-ra-ra. Hum-pa-pa.
Ra-ra-ra. Hum-pa-pa.
Dengan gemuruh seluruh gereja bersuara:
Ra-ra-ra. Hum-pa-pa.
Ra-ra-ra. Hum-pa-pa.
"Kepada kaum lelaki yang suka senapan
yang memasang panji-panji kebenaran di mata bayonetnya
aku minta dicamkan
bahwa lu-lu-lu, la-li-lo-lu.
Lu-lu-lu, la-li-lo-lu.
Angkatlah hidungmu tinggi-tinggi.
Agar tak kau lihat siapa yang kau pijak.
Kerna begitulah li-li-li, la-li-lo-lu.
Bersihkan darah dari tanganmu
agar aku titak gemetar
lalu kita bisa duduk minum teh
sambil ngomong tentang derita masyarakat
atau hakikat hidup dan mati.
Hidup penuh sengsara dan dosa.
Hidup adalah tipuh muslihat.
La-la-la, li-li-li, la-li-lo-lu.
La-la-la, li-li-li, la-li-lo-lu.
Jadi marilah kita tembak matahari
Kita bidik setepat-tepatnya."
Dengan gembira orang-orang menyambut bersama:
La-la-la, li-li-li, la-li-lo-lu.
Mereka berdiri. Mengghentakkan kaki ke lantai.
Berderap serantak dan seirama.
Suara mereka bersatu:
La-la-la, li-li-li, la-li-lo-lu.
Hanyut dalam persatuan yang kuat
mereka berteriak bersama
persis dan seirama:
La-la-la, li-li-li, la-li-lo-lu.
La-la-la, li-li-li, la-li-lo-lu.
"Maka kini kita telah hidup kembali.
Darah telah mengalir dengan derasnya.
Di kepala. Di leher. Di dada.
Di perut. Dan di bagian tubuh lainnya.
Lihatlah, oleh hidup jari-jariku gemetar.
Darah itu bong-bong-bong.
Darah hidup bang-bing-bong.
Darah hidup bersama bang-bing-bong-bong.
Hidup harus beramai-ramai.
Darah bergaul dengan darah.
Bong-bong-bong. Bang-bing-bong.
Bong-bong-bong. Bang-bing-bong."
Orang-orang meledakkan gairah hidupnya.
Mereka berdiri di atas bangku-bangku gereja.
Berderap-derap dengan kaki mereka.
Genta-genta, orgel, daun-daun pintu, kaca-kaca jendela,
semua dipalu dan dibunyikan.
Dalam satu irama.
Diiring sorak gembira:
Bong-bong-bong. Bang-bing-bong.
Bong-bong-bong. Bang-bing-bong.
"Cinta harus kita muliakan.
Cinta di belukar.
Cinta di toko Arab
Cinta di belakang halaman gereja.
Cinta itu persatuan dan tra-la-la
Tra-la-la. La-la-la. Tra-la-la.
Sebagai rumputan
kita harus berkembang biak
dalam persatuan dan cinta.
Marilah kita melumatkan diri.
Marilah kita bernaung di bawah rumputan.
Sebagaima pedoman kita:
Tra-la-la. La-la-la. Tra-la-la."
Seluruh isi geraja gemuruh.
Mereka mulai menari. Mengikuti satu irama.
Mereka saling menggosok-gosokkan tubuh mereka.
Lelaki dengan wanita, Lelaki dengan lelaki.
Wanita dengan wanita. Saling menggosok-gosokan
tubuhnya.
Dan ada juga yang menggosok-gosokkan tubuhnya ke tembok-tembok gereja.
Dan dengan suara menggigil yang ganjil
mereka melengking dengan serampak:
Tra-la-la. Tra-la-la. La-la-la. Tra-la-la.
"Melawati Nabi Musa yang keramat
Tuhan telah berkata:
Jangan engkau mencuri.
Pegawai kecil jangan mencuri kertas karbon.
Babu-babu jangan mencuri tulang-tulang ayam goreng.
Para pembesar jangan mencuri bensin.
Dan gadis jangan mencuri perawannya sendiri.
Tentu, bahwa mencuri dan mencuri ada bedanya.
Aritnya: Ca-ca-ca, ca-ca-ca. Ca-ca-ca, ca-ca-ca. Ca-ca-ca.
Semua barang dari Tuhan.
Harus dibagi bersama.
Semua milik semua.
Semua untuk semua.
Kita harus bersatu. Kita untuk kita.
Ca-ca-ca, ca-ca-ca. Ca-ca-ca, ca-ca-ca.
Inilah pedomannya."
Sebagai binatang orang-orang bersorak:
Grr-grr-grr hura.
Ca-ca-ca. Ca-ca-ca. Ca-ca-ca. Ca-ca-ca.
Mereka mencopoti daun-daun jendala.
Mereka ambil semua isi gereja.
Ca-ca-ca. Ca-ca-ca. Ca-ca-ca.
Kandelabra-kandelabra. Tirai-titai. Permadani-permadani.
Barang-barang perak. Dan patung-patung berhiaskan
permata.
Ca-Ca-ca. Ca-ca-ca. Ca-ca-ca. Ca-ca-ca,
begitu janji mereka.
Ca-ca-ca. Ca-ca-ca,
berulang-ulang diserukan.
Ca-ca-ca. Ca-ca-ca.
Seluruh geredja rontok.
Ca-ca-ca. ca-ca-ca.
Binatang-binatang yang basah berkeringat dan deras 📌
napasnya
berlarian kian kemari.
Ca-ca-ca. Ca-ca-ca. Ca-ca-ca.
Lalu tiba-tiba-tiba terdengar lengking jerit perempuan tua:
Aku lapar. Lapaaaar."
Tiba-tiba semua juga merasa lapar.
Mata mereka menyala.
Dan mereka tetap bersuara ca-ca-ca. Ca-ca-ca. Ca-ca-ca. Ca-ca-ca. Ca-ca-ca. Ca-ca-ca.
"Sebab sudah mulai lapar
marilah kita bubaran.
Ayo, bubar. Semua berhenti."
Ca-ca-ca, Ca-ca-ca, ca-ca-ca, ca-ca-ca, kata mereka
dan mata mereka menyala.
Ca-ca-ca. Ca-ca-ca. Ca-ca-ca. Ca-ca-ca.
"Kita bubar.
Upacara dan khotbah telah selasai."
Ca-ca-ca. Ca-ca-ca. Kata mereka.
Mereka tidak berhenti. Ca-ca-ca. Ca-ca-ca.
Mereka mendesak maju. Ca-ca-ca. Ca-ca-ca. Ca-ca-ca. Ca-ca-ca.
Gereja rusak. Dan mata mereka menyala.
Ca-ca-ca. Ca-ca-ca. Ca-ca-ca. Ca-ca-ca.
"Astaga. Ingatlah penderitaan Kristus.
Kita semua putra-putranya yang mulia.
Lapar harus diatasi dengan kebijaksanaan."
Ca-ca-ca. Ca-ca-ca. Ca-ca-ca. Ca-ca-ca.
Mereka maju menggasak mimbar.
Ca-ca-ca. Ca-ca-ca.
Mereka seret padri itu dari mimbar.
Ca-ca-ca. Ca-ca-ca.
Mereka robek-robek jubahnya.
Ca-ca-ca. Ca-ca-ca.
Seorang perempuan gemuk mencium mulutnya yang bagus.
Ca-ca-ca. Ca-ca-ca.
Seorang perempuan tua menjilati dadannya yang bersih.
Ca-ca-ca. Ca-ca-ca.
Dan gadis-gadis menarik kedua kakinya.
Ca-ca-ca. Ca-ca-ca.
Begitulah perempuan-perempuan itu memperkosanya
beramai-ramai.
Ca-ca-ca. Ca-ca-ca. Ca-ca-ca. Ca-ca-ca.
Lalu tubuhnya dicincang. Ca-ca-ca. Ca-ca-ca.
Semua orang makan dagingnya. Ca-ca-ca. Ca-ca-ca.
Dengan persatuan yang kuat mereka berpesta. Ca-ca-ca. Ca-ca-ca.
Mereka minum darahnya. Ca-ca-ca. Ca-ca-ca.
Mereka hisap sungsum tulangnya. Ca-ca-ca. Ca-ca-ca.
Sempurna habis ia dimakan.
Tak ada lagi yang sisa.
Fantastis.